Frankrijk

Een aantal Franse gewoonten en gebruiken zijn anders dan in Nederland. Hier wat voorbeelden:

Koffiemelk, drop, pindakaas en hagelslag zijn in Frankrijk niet of nauwelijks verkrijgbaar. Sommige grote supermarches hebben een apart hoekje met Nederlandse of Engelse lekkernijen.
Frankrijk kent weinig drogisterijen, wel heeft ieder dorp een of meerdere apotheken, èn kappers.
In Frankrijk kan rookwaar alleen gekocht worden bij de bar-tabac en bij grote pompstations. Alcohol, ook sterke drank, is daarentegen te koop bij elke kruidenier en supermarkt…

In de meeste zwembaden is een badmuts – ook voor heren – verplicht en een zwembroek model boxershort is niet toegestaan, model slip wel.

Een Nederlander op vakantie wil zoveel mogelijk van de zon genieten. Een Fransman hecht daar minder aan. Zo zal hij niet gauw in de zon gaan zitten eten. Bovendien zijn ze bang voor “une insolation” (hoofdpijn vanwege de zon).
In de meeste Franse restaurants staat op de rekening “Service compris”. De bediening is doorberekend in de prijs. Als er staat “Service non compris” verwacht men een fooi van 10 tot 12,5 %. Ook wanneer “service” wel “compris” is, maakt u vrienden door een fooi te geven: laat het wisselgel liggen.

Veel Nederlanders zijn voor Franse begrippen te direct. De Fransman brengt de boodschap, zeker als dit een vervelende is, vaak om “een hoekje”.

Precies tegenovergesteld gaat de Fransman te werk als hij je aardig vindt. Flirten gaat doorgaans minder subtiel dan in Nederland. Daar waar Nederlanders niet opdringerig willen lijken, doet de Fransman minder moeite om zijn belangstelling te verbergen.

Demonstraties en stakingen komen in Frankrijk vaak voor. Kijk niet gek op als de trein niet rijdt, of wanneer er spandoeken aan een schoolgebouw hangen. Fransen geloven in protesteren, Nederlanders in praten.

Ook bestaat er nog een sterke hiërarchie binnen bedrijven en teams.

In Frankrijk wordt strenger opgevoed. In een restaurant mogen kinderen niet zomaar van tafel. Op straat en in winkels is er voor jengelen, zeuren en discussiëren geen begrip: de opvoedkundige tik is geen taboe.

De Fransen vinden eten en drinken belangrijk voor het creëren en behouden van relaties. Maar voor het Nederlandse woord gezelligheid bestaat eigenlijk geen goede Franse vertaling.

Tegenwoordig zeggen veel Fransen niet meer : Je ne sais pas (ik weet het niet), maar Je sais pas. De “ne” in een ontkenning wordt dikwijls achterwege gelaten.

vakantie aan een Frans meertje met paarden en bootjes